Dat de eenheden die we tegenwoordig gebruiken vaak anders zijn dan vroeger mag duidelijk zijn. Zo meten we niet meer met een el, roede, bunder en morgen, maar is het meer gestandaardiseerd geworden. Nu vraag je je misschien af… maar die oude maten kun je toch ook uitdrukken in de huidige standaard van meters en dergelijke? En dan is het antwoord dat het wel mogelijk is, maar dat je dan wel moet weten waar en wanneer de maat is opgenomen.

Neem nu als voorbeeld de ‘el’, wat een oude lengtemaat is en ongeveer de lengte van de onderarm is (de ellepijp) heeft. Wanneer je dit zou omrekenen naar de hedendaagse centimeter, dan is dat ongeveer 69,4 cm.

Het is echter wel afhankelijk waar wordt gemeten. Een Haagse (of gewone) el is dus 69,4 cm, maar een Brabantse el is 69,2 cm en bijvoorbeeld een Twentse el is 58,7 cm. Een verschil van meer dan 10 cm.

Kom je in een document de lengte van een persoon tegen en die is bijvoorbeeld 1 el en 597 strepen, dan hangt het er dus maar vanaf waar die persoon is opgemeten. In Brabant zou hij ongeveer 1.29 meter (= 1 x 69,2 + 59,7) zijn, aangezien een streep vergelijkbaar is met een millimeter. In Twente zou dat ongeveer 1.18 meter zijn.

En wanneer ik je vertel dat deze grootte niet zelf verzonnen is, maar uit de militieregisters (administratie van dienstplichtige mannen) komt, dan zet je dat toch wel aan het denken. Dat is namelijk wel erg klein voor een volwassen man. Zelfs voor vroeger.

En dan komt de periode om de hoek. In 1820 is namelijk het metrieke stelsel ingevoerd in Nederland. De naam ‘el’ bleef echter nog bestaan tot 1869. Bij de invoering van het metrieke stelsel werd de ‘el’ gelijk gesteld aan 1 meter.

Het voorbeeld dat ik gebruik is afkomstig van een persoon die geboren is in 1811. De loting vond plaats wanneer je 19 werd, dus de aantekening in het document zou dus in 1830 zijn. Dit ligt na de invoering van het metrieke stelsel, maar voor de afschaffing van de naam ‘el’. Bereken je met deze kennis opnieuw de lengte van de persoon, dan is hij opeens ongeveer 1.60 meter. Wat een stuk geloofwaardiger klinkt.