De geschiedenis van Europa leeft in oude kronieken en ruïnes — maar ook diep in ons eigen DNA. Door moderne genetische technieken kunnen we vandaag de dag zien waar onze voorouders duizenden jaren geleden leefden, en hoe hun sporen zich door de tijd hebben verspreid. Mijn genetische profiel vertelt een bijzonder verhaal, dat begint in het hart van Europa tijdens de bronstijd en zich uitstrekt tot aan de Vikingtijd in Scandinavië en de Britse eilanden.
In de vorige bericht heb ik de eerste indrukken getoond die direct beschikbaar waren vanuit MyHeritage. In deze post heb ik de ruwe DNA data ook op andere platformen als Gedmatch en MyTrueAncestry gebruikt voor analyses. Dit toont het volgende, wat goed aansluit bij wat ik al wist, maar meer details en achtergrond geeft.
Een begin in Centraal-Europa (ca. 2000–1500 v.Chr.)
De oudste genetische overeenkomsten komen uit de regio rond Thüringen in Duitsland, waar de Úněticecultuur bloeide. Deze beschaving was een van de eerste in Europa die geavanceerde bronzen voorwerpen maakte en handelsnetwerken opbouwde tot ver buiten Midden-Europa. Het lijkt erop dat een deel van mijn genetische wortels hier ligt — bij mensen die leefden van landbouw, metaalbewerking en vroege vormen van handel.
De reis naar de Britse eilanden (ca. 1500–400 v.Chr.)
Later duiken overeenkomsten op met vondsten uit Zuid-Engeland, onder andere bij Amesbury en Dorset. Dat was de tijd van de klokbekermensen (Bell Beakers), die zich vanuit Europa over de Britse eilanden verspreidden. Zij brachten nieuwe gebruiken, technologie en vermoedelijk ook een groot deel van het genetische profiel dat vandaag nog in Noordwest-Europa voorkomt.
Keltische en Germaanse wortels (ca. 500 v.Chr.–500 n.Chr.)
In de ijzertijd en Romeinse tijd verschuift het genetische spoor richting de Keltische en Germaanse gebieden van Noord-Europa. Er zijn overeenkomsten met oude bewoners van Engeland, Schotland en het noorden van Duitsland. Dit was een periode van grote veranderingen — stammen trokken, mengden zich en vormden de basis van de latere volkeren van West-Europa.
De Vikingtijd (ca. 800–1100 n.Chr.)
Een opvallend deel van mijn genetisch profiel sluit aan bij vondsten uit de Vikingtijd, met name uit Denemarken, IJsland en Zuid-Jutland. Sommige overeenkomsten zijn zelfs met mensen die begraven werden in schepen — typische symbolen van de Scandinavische elite uit die tijd. Deze mensen reisden ver: van Noorwegen en Denemarken tot aan de Britse eilanden en zelfs Groenland.
Ook zijn er overeenkomsten met resten uit Hedeby, een belangrijk handelscentrum in Zuid-Denemarken dat een smeltkroes was van Deense, Saksische en Friese invloeden. Dit wijst erop dat mijn voorouders deel uitmaakten van het genetische netwerk dat de Noordzee en Oostzee met elkaar verbond.
Van Vikingen naar middeleeuwers (ca. 1100–1500 n.Chr.)
In de late middeleeuwen lijken de genetische sporen samen te komen in Denemarken, Noord-Duitsland en Engeland — precies de regio’s waar Vikingen zich vestigden, handel dreven en uiteindelijk opgingen in de lokale bevolking. Het genetische verhaal dat vandaag zichtbaar is, weerspiegelt dus eeuwen van beweging, handel, en vermenging.
Een Europees verhaal in DNA
Samengevat vertelt mijn genetische profiel het verhaal van een reis door tijd en ruimte:
- Begonnen in Midden-Europa bij de bronstijdvolken van Únětice
- Verspreid naar Zuid-Engeland met de klokbekermensen
- Vermengd met Keltische en Germaanse bevolkingsgroepen
- En opnieuw verbonden via de Vikingen en hun wereldwijde netwerk
Het is bijzonder om te bedenken dat een deel van de mensen uit die tijd — smeden, boeren, handelaars en zeevaarders — nog altijd een klein stukje van hun erfgoed heeft doorgegeven.